Verhuizing

Vorige maand zijn wij verhuisd met mijn bedrijf FIGO. We zijn een paar honderd meter verhuisd, maar dat maakt de hoeveelheid werk er niet veel minder om. Om eerlijk te zijn heb ik me wel verkeken op wat er allemaal bij komt kijken. Vooral het “even verhuizen” van een ICT infrastructuur had toch meer voeten in de aarde dan ik had verwacht. Het prima weer van een graadje of twintig en een voorjaarszonnetje compenseerde het een beetje.

In had bij de verhuizing zeer professionele ondersteuning van binnen en buiten ons eigen team. Die konden het heel goed aan. Maar omdat we zelf netwerken ontwerpen hebben we een aantal netwerken en netwerkjes in ons lab als ontwikkel en test omgevingen. En al deze netwerken, met alle security of routerings functies en features moeten wel weer in de nieuwe situatie goed de lucht in. Het is dus geen standaard kantoornetwerk, dus ook de verhuizing is geen standaard verhuizing. Te weer veel dingen die specifiek zijn.

Mijn uitdaging van de verhuizing heeft een parallel als je missie kritische netwerken vergelijkt met “gewone” netwerken. Op het eerste gezicht lijken de overeenkomsten veel groter dan de verschillen, en heb je de neiging om het op één hoop te gooien. Maar als je dieper kijkt blijken de verschillen toch zo cruciaal dat ze wel een eigen ontwerp vereisen.

Kunnen we bijvoorbeeld gebruik maken van een commercieel LTE netwerk, of moet het een eigen netwerk zijn? Openbare orde en veiligheid heeft een aantal heel duidelijk andere eisen dan de consument. De meest voor de hand liggende zijn Push-to-Talk en een vorm van Direct Mode. Maar met LTE ontstaan ook talrijke nieuwe mogelijkheden: Push-to-Video, een real-time operational picture, en allerlei M2M oplossingen.

Maar wat is een eigen ontwerp? Hoe dicht blijf je bij de standaard oplossingen? Of maak je het zo specifiek dat je eigenlijk niet meer over een efficiënt hergebruik kunt hebben? Gelukkig toonde de discussie over LTE voor PPDR tot nu toe veel de neiging om dicht bij de basis LTE standaard te blijven, maar toch zie ik weer de neiging om er vanaf te dwalen; meer specifieke eisen, dus minder hergebruik en een groter risico dat kosten de pan uit rijzen. Er is zelfs het risico dat er wel allerlei leuke “eigen dingen” in de nieuwe releases van de LTE standaard komen, maar dat het niet in LTE apparatuur komt, omdat de producenten van netwerk apparatuur de business case er niet voor zien.

Mijn les voor onze eigen lab netwerken is dat we het zo dicht mogelijk bij standaard houden om onnodige complexiteiten buiten de deur te houden. Dus heel kritisch kijken naar wat echt nodig is, en uitkijken dat je er niet te veel “nice to haves” in hebt. En, welke les gaan we als PPDR gemeenschap trekken voor de “verhuizing”naar LTE?

Comments are closed.