“Dan liever de lucht in” zijn de beroemde laatste woorden van Jan van Speijk op 5 februari 1831. Dit “liever de lucht in” spreekt ook nu weer een hoop mensen aan, maar dan wel in een heel andere context. Liever de lucht in met een drone. De inzet van drones door hulpverleners is al lang een onderwerp van discussie, waarbij de politie dit jaar nog een besluit gaat nemen over de inzet.
Niet alleen de drone kiest massaal het luchtruim. Ook de ontwikkeling van drones neemt een enorme vlucht. Daar heeft Agentschap Telecom ons gevraagd om te onderzoeken of dit tot radio gerelateerde problemen kan leiden.
De overgrote meerderheid van de drones maakt gebruik van licentievrij spectrum. De aantrekkingskracht van de 2.4 GHz en 5.8 GHz band geldt ook hier. Daarbij zien we een beetje gebruik van WiFi voor goedkope video-oplossingen, maar vooral gebruik van spread spectrum radio links voor zowel control als video. Deze radio’s weten een goede prestatie neer te zetten voor zowel bereik als bandbreedte.
Maar door de grote hoogte van drones is veel bereik ook veel interferentie. En dat kan twee kanten op. De drone kan interferentie veroorzaken, en ook geïnterfereerd worden.
Dat de besturing van een drone een WiFi signaal goed kan verstoren heb ik zelf in levende lijve mogen ondervinden. We probeerden een video signaal van een drone grondstation door te sturen via een WiFi link met richtantennes. Zodra de 2.4 GHz spread spectrum remote control tussen de richtantennes werd aangezet, was het gedaan met de WiFi link.
Ook de verstoring van drones komt voor. Het aantal officieel gerapporteerde incidenten door interferentie is gelukkig nog heel laag. Er zijn echter wel allerlei verhalen over “spookdrones”, waarbij de controle over een drone heel plotseling wegvalt. Zo hoorde ik een incident waarbij twee drones op precies hetzelfde moment, en volledig onverwacht uit de lucht kwamen vallen. En ook een soort “zwarte gaten”, locaties waar eigenlijk niet gevlogen kan worden. Dit alles wijst op interferentie.
Interferentie voorkomen zou wellicht kunnen door een stuk spectrum apart te zetten voor drones, maar dat is wel schieten met een kanon op een mug. Het aantal incidentie door interferentie is laag, vooral omdat zowel drones nog verre van alomtegenwoordig zijn. Met een typische vliegtijd van zo’n 10 minuten, en een paar honderdduizend drones in Nederland is het spectrum beslag minutieus ten opzichte van bijvoorbeeld WiFi, dat ten slotte 24/7 en met miljoenen tegelijk aanstaat. Bovendien zijn drone steeds meer voorzien van allerlei veiligheidsmaatregelen. Bijna alle drones kunnen zonder controle stabiel in de lucht blijven, en veel drones gaan zelfstandig terug naar het vertrekpunt als de controle wegvalt. Dus zelfs als interferentie een probleem is, dan hoeft dit nog niet tot fysieke risico’s te leiden.
Ik zou dus zeggen: “Ga liever de lucht in met die drones”.